Het kwaad van het economisme

image_pdfimage_print
 – Dirk de Hoog –

De nieuwe partijleider van GroenLinks Jesse Klaver werd dit voorjaar met veel enthousiasme in de media ontvangen. Eindelijk een jong gezicht en nieuw geluid in het grijze Den Haag. De jonge Klaver doet het goed bij het publiek. “Overal waar hij komt zit de zaal barstensvol en wordt hij onthaald als een ware Messias”, schreef Vrij Nederland in september. Ikzelf had zo mijn twijfels bij dit mediasucces. ‘Weer een politiek leider die is uitgekozen vanwege zijn media uitstraling en charisma. Maar wat is zijn politieke programma?’, dacht ik. Wel het antwoord kwam spoedig: tegen het economisme. Even later verscheen zijn boek. De mythe van het economisme. Pleidooi voor een nieuw idealisme.

Klaver_EconimismeDaar waren de media minder enthousiast over. ‘Inhoudelijk is het zo mager als een fotomodel’, aldus Frank Kalshoven in de Volkskrant. Jan Kuitenbrouwer noemt het in de NRC conceptuele dubbelvla. ‘Klavers ‘economisme ’is een soort twee-eiige tweeling: het reduceren van maatschappelijke vraagstukken tot een geldkwestie én het ondergeschikt maken van publieke waarden aan economisch gewin.’

Het boek deed Sanne Blaauw van de Correspondent verzuchten: ‘Vertel eens, Jesse Klaver: wat is economische nu precies?’ Klaver geeft antwoord aan Sanne: ‘Twee dingen. Het terugbrengen van alle vraagstukken tot een financieel-economische kwestie. En het is een impliciete ideologie die gedeeld wordt door bijna alle partijen hier in de Tweede Kamer. Dat betekent dat er in de Kamer eigenlijk altijd naar dezelfde oplossing wordt gezocht: meer markt, minder overheid, meer groei.’

Bedoel je eigenlijk niet gewoon dat je tegen het doorgeslagen marktdenken van het neoliberalisme bent?, vraagt Blauw terecht. ‘Ja’, zegt Klaver. ‘Maar dat woord gebruik ik expres niet. Als je het neoliberalisme noemt duw je het in een rechts politieke hoek. Mijn kritiek gaat over de de Derde weg, het idee van links dat je met rechtse recepten linkse doelen kunt bereiken.’

En wat wil Klaver wel bereiken? Een van zijn voorgangers Femke Halsema was daar duidelijk over en schreef het boek Geluk! Klaver is wat bescheidener. Hij streeft naar een schonere en eerlijker wereld. Daarvoor noemt hij in zijn boek tien ‘gamechangers’. Zoals democratisering van de energievoorziening, de zorg is geen product, de werknemer is geen wegwerpartikel en ontwikkeling komt weer centraal te staan in onderwijs.

Prachtige thema’s waar veel mensen het mee eens zullen zijn. Maar Klaver blijft vaag hoe hij die veranderingen wil bereiken. Ja, het moet met kleine stapjes.

Het opmerkelijke is dat hij op veel punten juist pleit voor economische maatregelen, zoals het verhogen van belasting op fossiele brandstoffen en industrieel geproduceerd vlees. Daarmee gaat zijn begrip ‘economisme’ nog meer zweven. Mijn idee is dat hij te veel heeft willen meeliften op het succes van het anti-rendementsdenken van de Maagdenhuisbezetters door dat begrip te verbreden naar al het slechte in de samenleving. Economisme is het summum van rendementsdenken.

Duurzaamheid

Hij schrijft in zijn boek dat in het hedendaagse economische denken veel negatieve effecten niet worden meegerekend. En dat telt natuurlijk vooral op het gebied van het milieu. Milieuschade wordt nauwelijks meegenomen in de prijs van een product. Daar heeft hij zeker gelijk in. In de Volkskrant zegt hij: ‘De enige vraag die nog wordt gesteld is Wat betekent een nieuwe wet voor onze economische groei, voor onze staatschuld en concurrentiepositie? Dat is niet de juiste. En dat is de reden dat vrijwel alle partijen het economisme als referentiekader hebben overgenomen.”

Maar er zijn ook economen, zoals in Nederland Bas Jacobs die juist proberen die negatieve effecten wel mee te nemen in de prijs. En GroenLinks heeft zich in het verleden juist ook hard gemaakt voor deze strategie. Bijvoorbeeld door voor te stellen de belasting te vergroenen. Maak arbeid goedkoper en fossiele brandstof duurder.

Klaver noemt in hetzelfde artikel zijn oplossingsrichting. “Het evenwicht tussen markt, samenleving en overheid is de afgelopen dertig jaar zoekgeraakt. Politici zijn Nederland gaan besturen als een bedrijf, maar Nederland is geen bv. We zijn een democratie. Ik wil niet sturen op winstcijfers, of op economische groei, ik wil dat idealen centraal staan in de besluiten die ik neem.”

Dat is sympathiek gedacht. Maar in de politiek gaat het juist om de vraag hoe je idealen kunt bereiken. Wil je dat mensen minder met het vliegtuig gaan? Dan kan je een reclamespotje op televisie uitzenden. Ik denk echter dat een forse Europese belasting op vliegtuigbrandstof meer zoden aan de dijk zet. ‘Met economie op zichzelf is niets mis. Het probleem is de onwil en het onvermogen van de politiek om de economie zo te sturen en reguleren dat zij de belangen van iedereen dient’, schrijft Kuitenbrouwer. (NRC, 10 oktober 2015)

Mijn inziens had Klaver zijn sympathieke betoog beter kunnen ophangen aan het begrip duurzaamheid. Ergens voor zijn is beter dan ergens tegen zijn. Bij duurzaamheid gaat het om een beter evenwicht tussen people, profit en planet. Dat is precies van Klaver wil. Nu roept zijn zelfbedachte begrip ‘economisme’ veel vragen op. Behalve een sympathieke partijleider wil Klaver blijkbaar ook een groot denker zijn met een uniek verhaal. Hij noemt Kennedy en Obama niet voor niets als zijn voorbeelden. Wat meer bescheidenheid kan geen kwaad. Juist in de politiek kan het opnieuw willen uitvinden van het wiel tot grote schade leiden. Klaver zou een prima verbinder kunnen zijn van ideeën die breed leven in de samenleving. Zo was er laatst een hoorzitting van de Tweede Kamer over de vraag of het begrip bruto binnenlands product meer om te buigen is naar een bruto welzijnsbegrip. En de voorzitter van het bestuur van de Vrije Universiteit Jaap Winter pleitte bij de opening van het academisch jaar voor het vervangen van het heersende rendementsdenken op de universiteiten door het criterium van toegevoegde academische waarde. Twee voorbeelden die aangeven dat het gedachtegoed van Klaver breed wordt gedragen. Overigens gaat zijn boek voor minstens de helft over zijn eigen leven en loopbaan. De lezer moet geen doorwrocht wetenschappelijk betoog verwachten.

Twee punten mis in ieder geval in het verhaal van Klaver. Hij heeft het nauwelijks over de Europese Unie. Maar daar kunnen we toch niet omheen? Ik denk dat voor een werkelijke verduurzaming van de toekomst een gezamenlijk Europees energiebeleid onmisbaar is. Nederland kan nooit in zijn eentje een belasting op fossiele brandstoffen invoeren, om maar iets te noemen.

Een tweede gemist punt is het thema staatsschuld. Veel bezuinigingen in Nederland en andere Europese landen zijn een gevolg van de Europese afspraken over een maximaal begrotingstekort van drie procent. Mag van Klaver de staatschuld oplopen door het verhogen van de uitgaven voor onderwijs bijvoorbeeld? Iets wat sommige economen bepleiten omdat uitgaven voor onderwijs een investering in de toekomst zijn en geen potverteren is.

Ondanks dat heeft Klaver een sympathiek en leesbaar boek geschreven. Ik heb het met plezier gelezen, maar het roept ook vragen op. Dat is maar goed ook!

Jesse Klaver De mythe van het economisme. Pleidooi voor nieuw idealisme. De Bezige Bij, €17,90