Een tante Sientje voor iedereen

image_pdfimage_print

– Blog – Als kind had ik een tante Sientje. Preciezer gezegd: een OUD-tante Sientje – ze was een zus van mijn opa.

Dat ‘oud’ was te zien. Alles aan haar leek een beetje ingedroogd. Haar wangen, haar handen, haar oogjes. Een piepklein, rimpelig vrouwtje in vormloze jurken die misschien drie decennia eerder nieuw waren geweest.

Maar tante Sientje lachte altijd en was heel lief. En dus vroeg ik haar in mijn kinderlijke wreedheid een keer waarom ze geen kinderen had. Toen lachte ze niet.

Mijn moeder nam me even later apart en vertelde me toen dat tante Sientje pas heel laat was getrouwd. ‘Daardoor’ – en in mijn jeugd klonk dat nog logisch – waren er nooit kinderen gekomen. Maar waarom was ze dan niet eerder getrouwd? Nou, zei mijn moeder, dat was omdat ze voor haar bejaarde ouders had moeten zorgen. Ze was namelijk de jongste dochter geweest, en die deden dat toen. Pas als beide ouders dood waren, kon zo’n jongste haar eigen gang gaan. Dus.

Kennelijk was tante Sientje daar niet eens wrokkig over geweest. In ieder geval verzorgde ze haar vader zo goed dat die de gezegende leeftijd van 85 jaar bereikte. Toen hij in 1949 overleed, was zij 54.

Dat ik onlangs weer aan die lieve oude tante moest denken, komt doordat een kennis me vertelde over een vriendin die een zware operatie moest ondergaan. Zoéén waarbij je vooraf al weet dat het een week of twee zal duren voor je weer alleen naar de wc kunt. Wat best lastig is als je alleen woont. Maar herstellen in het ziekenhuis is er tegenwoordig echt niet meer bij. Dus daar moest iets geregeld worden.

Nou, probeer dat maar eens, zei mijn kennis. Als je uitstekende contactuele eigenschappen en een groot organisatorisch vermogen hebt, lukt het je misschien nog om een waterdicht weekschema op te stellen van vrienden en verwanten die allemaal één keer een 24-uursdienst kunnen komen draaien. Maar meer moet je echt niet van ze vragen, want ze hebben allemaal een baan, een hond, (klein)kinderen of een oude moeder die ook aandacht nodig heeft. En als ook maar een van die andere zorgvragers een last-minute-dingetje heeft, ligt je strakke verpleegschema meteen weer in duigen.

Dus aan dat schema was de vrouw in kwestie uiteindelijk maar helemaal niet begonnen. Ze had een zorghotel gezocht. Die heb je tegenwoordig namelijk ook, speciaal voor mensen zoals zij. Ze had een plekje gevraagd en een plekje gekregen en dus was er in principe niets meer wat die zware operatie in de weg stond.

Behalve dan haar zorgverzekeraar. Want die weigerde toe te zeggen dat hij het zorghotel zou betalen. Zoiets deden ze gewoon niet op voorhand. Ja, als de chirurg ze na afloop van het zaagwerk zou bellen en zeggen: mevrouw heeft echt meer zorg nodig, dan zouden ze de aanvraag goedkeuren. Maar zich nu al vastleggen op dat bedrag, nee.

Sientjes!, dacht ik toen. Waar zijn ze gebleven? We hebben ze harder nodig dan ooit, lieve, kneedbare vrouwtjes die hun eigen levens zonder morren in de wacht zetten voor anderen.

Iets zegt me dat Sientjes tegenwoordig gewoon niet meer gemaakt worden, omdat er gezinnen met dertien kinderen en een hardhandige opvoeding voor nodig zijn. Maar misschien weet de opvolgster van Edith Schippers daar nog wel een mooie oplossing voor te verzinnen.

 

Anne Pek