Maak Nederland duurzaam zonder zonneweides.

– Blog – Ruimte in Nederland is schaars, terwijl er veel claims liggen voor nieuw grondgebruik. Een miljoen nieuwe woningen, ruimte voor windmolens en zonneparken, nieuwe wegen en spoorlijnen, meer natuur en zelfs boeren willen uitbreiden.

Dat kan niet allemaal tegelijk natuurlijk. Nu al ontstaan regelmatig botsingen tussen verschillende belangen. Zo wil de provincie en stad Utrecht de polder Rijnenburg omvormen tot een energiegebied met windmolens en zonnepanelen, terwijl beleggers er een energieneutrale woonwijk willen bouwen. En op veel plaatsen is verzet tegen de komst van windmolens.

Dus moeten er prioriteiten worden gesteld.

Als je water meetelt (zo’n 19 procent) neemt landbouw 54 procent van de ruimte in beslag, natuur 14 en bebouwde omgeving 13 procent.

Mede door de stikstofcrisis is duidelijk dat de veestapel flink moet inkrimpen. Daarentegen is meer ruimte nodig voor natuur. Nederland haalt bij verre de Europese norm van 30 procent niet. En dan nog ruimte vinden voor nieuwe woningen.

Daar is inmiddels een slim plan voor bedacht door onder andere wetenschappers. Nederland voor de helft natuur maken is economisch haalbaar door landbouwgrond op te kopen en die om te zetten in natuur. Een klein deel van die nieuwe natuurgrond komt dan beschikbaar voor woningbouw. Omdat grond voor woningbouw veel meer waard is dan landbouwgrond is het financieel haalbaar.

Of boeren willen meewerken is natuurlijk de vraag. Tot nu toe hebben vrijwillige opkoopprogramma’s van de overheid weinig succes gehad. Een lichtpuntje is dat veel huidige boeren geen opvolger hebben om in de toekomst het bedrijf voort te zetten. Dat biedt mogelijkheden grond op te kopen en om te vormen in ecologische projecten.

Landbouwgrond hoort in de toekomst ook anders gebruikt te worden, namelijk afgestemd op de natuurlijke gesteldheid. Daar heeft een groep mensen rondom voormalig minister Cees Veerman (zelf boer) een plan voor gemaakt. Geen intensieve veeteelt meer rondom natuurgebieden en vernatten van veenweides. Door verdroging daalt de grond daar sterk en komt veel CO2 vrij. Interessant perspectief daarbij is natte landbouw. Zo is in Waterland een experiment gestart met de teelt van lisdodden. Die kunnen onder meer verwerkt worden tot bouw- en verpakkingsmaterialen en zijn geschikt als veevoer. Maar denkbaar zijn ook de teelt van waterplanten voor menselijke consumptie, zoals algen, en viskwekerijen.

Een ander perspectief is zogeheten verticale landbouw. Dat is de kweek van groentes en fruit in gebouwen. Die kunnen onder ideale omstandigheden zeer milieuvriendelijk worden verbouwd.

Voor deze transities zal wel overheidsdwang nodig zijn op basis van een lange termijnvisie. Wat mag wel en wat mag niet op welke plaats? Nu bestaat er nauwelijks nog een centrale regie voor de ruimtelijke ordening van Nederland. Die is gedecentraliseerd naar provincies en gemeentes. Met centrale regie is snel resultaat te halen. Zo blijkt uit een onderzoek van onder meer de Groene Amsterdammer dat zo’n 25 landbouwbedrijven voor het overgrote deel van het stikstofoverschot in natuurgebieden zorgen. Bijvoorbeeld een bedrijf met 35.000 kalkoenen op de Veluwe. Die onteigenen scheelt al een flink stuk.

En dan komt de energietransitie nog. Daar worden nu regionale plannen voor gemaakt met veel windmolens en zonneweides. Die transitie is noodzakelijk. Maar gebeurt het ook op een slimme manier? Wat hebben we bijvoorbeeld aan de komst van enorme dataservers van bedrijven als Google en Amazone als die een groot deel van de opgewekte duurzame electriciteit opslurpen?

Tegen de komst van grote windturbines op land bestaat, terecht of niet, al veel verzet. Rondom de komst van zonneweides is het nog wat stilletjes. Maar er zijn er veel in de maak. Voetbalvelden vol. Daarbij lijkt deels β€˜de markt’ sturend te zijn in plaats van slimme planning. Soms komen ze te liggen op plekken die wat distributie betreft helemaal niet logisch zijn, met overbelaste energienetten als gevolg.

Nu zijn er al boeren die hun weilanden vol zetten met zonnepanelen omdat electriciteit meer geld oplevert dan het houden van koeien. Ook in natuurgebieden worden zonneweides aangelegd omdat de eigenaren daar geld mee verdienen.

Willen we dat? Die zonneweides zijn niet mooi en nemen veel ruimte in beslag. Maar de vraag is vooral of ze wel nodig zijn. Er zijn namelijk ook alternatieven. In Nederland zijn nog heel veel daken waar zonnepanelen op kunnen worden gelegd. Maar regelgeving en financiering maakt dat vaak ingewikkeld. Er zijn ook experimenten met zonnepanelen langs, boven en zelfs in het wegdek van snelwegen. Dat zou ook kunnen bij spoorwegen. En er zijn experimenten met zonneparken op zee tussen de windmolens, waar toch al geen schepen mogen varen. Zo bestaan er nog meer slimme oplossingen. Zonnepanelen boven parkeerterreinen waar electrische auto’s direct opgeladen kunnen worden, bijvoorbeeld.

Dus wat mij betreft: bedenk iets slimmers dan die zonneweides.

Dirk de Hoog.