Wartaal van Jeanine Hennis-Plasschaert

Ankie Lok

‘Ja, nee, wij dragen bij in coalitie aan een strijd tegen Isis.’ Zo luidde het dubbelzinnige antwoord van defensieminister Jeanine Hennis-Plasschaert, afgelopen najaar, op de vraag of Nederland in oorlog is. Voor de camera van Nieuwsuur trok Hennis een wenkbrauw op en glimlachte; de blik in haar ogen verried ongemak. Wat zijn we nu precies aan het doen? En vooral: hoe benoemen we dat?

De wollige uitspraak van Hennis werd de aanleiding voor de opdracht bij de Gerrit Komrij-semantiekprijs. Onder het motto ‘De wartaal van Jeanine’ moesten deelnemers hun visie tonen op het militaire (taal)landschap anno 2033, honderd jaar nadat in Duitsland de nazi’s aan de macht kwamen.

De prijs is gewonnen door Jenda Terpstra, met haar toneelstuk De Koning en De Revolutionair. Een Klucht. Het stuk werkt in drie bedrijven en met zes personages toe naar een climax vanuit een duidelijk denkbeeld: het verloop van de geschiedenis hangt af van de protagonisten, hun boodschap en de tijdgeest.

Klokkenluiders geframed als terroristen

In De Koning en De Revolutionair draait het om hernieuwde gevoelens van identiteit. Welke identiteit, met bijbehorend paradigma, spreekt het volk het meeste aan? Die vragen spelen nu al een rol, meent Terpstra, in 2033 zal dat nog sterker het geval zijn. Er wordt getornd aan de fundamenten van de wereldpolitiek: de machtsbalans tussen staten. En de traditionele natiestaat zit op een dood spoor, stelt Jenda Terpstra. ‘Elke nieuwe politieke groepering zal retoriek inzetten om het volk aan de zijde te krijgen. Wie heeft recht op erkenning? Aan wiens kant staat de moraal?’ Deze vragen zijn allesbepalend in de strijd om de macht.

In de klucht proberen de Koning en de Revolutionair elk met hun eigen verhaal het volk aan de zijde te krijgen. Hoewel de setting grimmiger is dan het openbare debat vandaag de dag – het decor is een belegerde stad – herkent het publiek spelers uit onze huidige maatschappij. ‘Wie zijn jouw bondgenoten?,’ roept de Koning tegen de Revolutionair. ‘Klokkenluiders zonder inkomen? Wereldwijze bloggers die geen zonlicht kunnen verdragen? Wat zet jouw terreurnetwerk tegenover culturele eenheid, afkomst en de stem van generaties die stierven voor dit land?’ Klokkenluiders en internetpublicisten die terroristen worden genoemd – volgens Terpstra is het niet ondenkbaar.

Inzendingen: van geschiedenisles tot woordenboek

Een opvallende overeenkomst tussen de inzendingen voor de Gerrit Komrij-semantiekprijs 2014 is dat ze zich lenen voor een openbaar platform. Naast het toneelstuk van de winnaar was er een essay over burgeroorlog in Nederland, dat een hoofdstuk zou kunnen zijn in een lesmethode van nog niet geschreven geschiedenis. De auteur illustreerde zijn fictionele non-fictie met een citaat van Mycroft Clarke, minister-president van het Verenigd Koninkrijk 2022-2032: The biggest atrocities are committed not in the name of one’s own will, but in fear of someone else’s. Een andere deelnemer stuurde een communiqué van het ‘ministerie van binnen- en buitenlandse intentionele gebeurtenissen’, en de jury kreeg ook een pagina uit een toekomstige druk van het Kramers Handwoordenboek Nederlands voor de kiezen.

 

Definitie van ‘oorlog’

Tijdens de prijsuitreiking, vorige maand in Amsterdam, werden de inzendingen voorgedragen en opgevoerd. Ze maakten een discussie los die een bruikbare definitie van de term ‘oorlog’ lijkt te hebben opgeleverd: ‘situatie waarin je een ander legitiem mag doodmaken’, opperde een aanwezige. In dat geval is Nederland al decennia in oorlog.

Laat minister Hennis met deze woorden haar voordeel doen. Misschien kan Nieuwsuur nog een keer bij haar langs gaan.

De Gerrit Komrij-semantiekprijs wordt jaarlijks uitgereikt. De prijs is te winnen bij een opdracht over taal en betekenis, verbonden aan een actueel onderwerp.

Lees het juryrapport en de winnende inzending op www.noorderschrift.nl.

Twitter: @noorderschrift, https://twitter.com/noorderschrift