Over de kip en het ei

image_pdfimage_print

– Duurzaamheid – Weg met de bio industrie is natuurlijk een logische reactie op het ei-schandaal. Maar wat is het alternatief? Alleen nog maar kleinschalige biologische landbouw? Dat gaat niet lukken. Daar zijn de zeven miljard mondjes die nu op de aarde rondlopen niet mee te vullen. En naar verwachting stijgt de wereldbevolking de komende decennia nog in rap tempo naar zo’n tien miljard in 2050.

Het zou natuurlijk al flink schelen als mensen geen of nauwelijks vlees meer eten. Maar dat is een illusie. Naar schatting vijf procent van de Nederlandse bevolking eet volledig vegetarisch. Met een beetje moeite kunnen dat er in een paar jaar tijd vast wel twee keer zo veel worden. En heel wat Nederlanders zullen vast wel minstens één keer per week vleesloos willen leven. Dat slaat echter nog geen echte deuk in het pakje boter van de bio industrie, die trouwens voor een groot deel op de export draait.

Naar verwachting zal wereldwijd de consumptie van vlees per hoofd van de bevolking juist toenemen. Vlees eten is namelijk ook een teken van welvaart. In de opkomende economieën, zoals China en India stijgt de vleesconsumptie enorm snel. Daar willen de mensen ook wel eens aan de hamburger en de kipnugget nu ze dat eindelijk kunnen betalen.

Natuurlijk is beter

Binnen de milieubeweging bestaat vaak een afkeer van techniek om de voedselproductie te verhogen en te verbeteren. Alleen biologisch geteelde producten zijn goed genoeg. Neem de campagne van Greenpeace tegen Frankensteinvoer waarmee iedere vorm van genetische verbetering van landbouwproducten wordt afgewezen. Maar zonder hulp van techniek redden we het niet om de wereldbevolking te voeden. Lees daarover bijvoorbeeld het boek van Louise Fresco Hamburgers in het paradijs.
Tegelijkertijd lijkt de milieubeweging de natuur soms te romantiseren. Het is nog maar de vraag of ‘natuurlijke’ producten per definitie beter zijn voor mens en milieu. Als je niet uitkijkt ben je echt dood als je een verkeerde paddenstoel plukt en opeet. Oké, dat is een flauw voorbeeld, maar ook bij biologische landbouw kunnen ziekten en plagen voorkomen die hele oogsten vernietigen. Denk aan de aardappelziekte in Ierland die halverwege de 19de eeuw tot een enorme hongersnood leidde. Dat kostte naar schatting zeker anderhalf miljoen mensen hun leven.
In een recente column in de NRC beschrijft Fresco hoe een bacterie hele olijfbomenplantages in Italië vernietigd.  En kijk in Nederland hoe de Essenbomen massaal sterven. De natuur is hard en wreed. Klein detail. Ook biologische kippenhouders zijn getroffen door het fipronilschandaal.

Sjoemelen kan altijd

Het ingewikkelde van de ei-kwestie is dat het hier niet zozeer om een systeemfout gaat, maar om een criminele daad. Er is een verboden gif gebruikt om stallen te ontsmetten. Natuurlijk hadden de betrokken boeren niet hun kop in het zand moeten steken en navraag moeten doen hoe het kon dat dit middel wel werkte en anderen niet. Maar ja, kunnen (biologische) boeren zich wapenen tegen bewust sjoemelen en bedriegen? Ook biologische wijn kan je aanlengen met een beetje anti -vries om de smaak te verbeteren, zoals een aantal decennia geleden is gebeurd in Oostenrijk.

Voedsel als religie

Daar komt bij dat eten een vorm van religie is geworden, zoals Marjoleine de Vos onlangs in de NRC schreef. Voedselveiligheid gaat boven alles, waarbij ook allerlei onzin wordt verkondigd. Neem de discussie over het toelaten van  E-nummers. Vaak zijn dat redelijk onschuldige conserveringsmiddelen, zoals citroenzuur.

Natuurlijk is het belangrijk dat over de voedselveiligheid wordt gewaakt. Er hoort geen troep in te zitten en zeker geen verboden gif. Maar als allerlei voedseldeskundigen zeggen dat er zo weinig fipronil in de eieren zit dat het niet schadelijk voor de gezondheid is, is het dan wel rationeel om miljoenen eieren weg te gooien en honderdduizenden kippen te vergassen? Voedselverspilling is toch ook een probleem? Had er niet iets nuttigers mee gedaan kunnen worden? Koekjes bakken bijvoorbeeld?

Duurzame techniek nodig

Is er dan wel een alternatief? Minder mensen op de aarde zou natuurlijk flink helpen, maar dat is geen reële optie. Verstandig gebruik maken van techniek om de landbouwproductie te verbeteren kan wel een bijdrage leveren. Neem het voorbeeld van het kippenrondeel waar sinds een aantal jaren in Nederland mee wordt geëxperimenteerd.

Dat is een mede door wetenschappers ontwikkelde kippenboerderij, waar een zo goed mogelijk evenwicht wordt gezocht tussen het welzijn van de dieren, de vervuiling van de omgeving en een redelijk inkomen voor de boer. Zo zorgt het rondeel bijvoorbeeld voor minder fijnstof in de omgeving dan een ‘gewone’ biologische kippenboerderij.

Dat noem ik duurzame technologie die de natuur een handje helpt. Niet alle techniek is eng. Ook verstandig gebruik van gentechnologie kan helpen voedsel – en  gezondheidsproblemen op te lossen. Fresco noemt in haar boek het voorbeeld van een oogziekte waardoor tienduizenden arme kinderen in Azië en Afrika blind worden. Dat is het gevolg van een bepaald vitamine tekort dat voorkomen kan worden door rijst zodanig genetisch aan te passen dat de betreffende vitamines in voldoende hoeveelheden in de rijst zitten.

Prioriteiten

Hiermee wil ik niet zeggen dat de bestaande bio-industrie maar rustig zijn gang kan gaan. Te veel dieren op één plek concentreren is vragen om problemen. Dus inkrimpen van de veestapel in Nederland is hard nodig met een reëel maximum aantal dieren per bedrijf en regio. Eerder heb ik al een pleidooi gehouden voor het stoppen met het fokken en opeten van varkens.

En waarschijnlijk is de belangrijkste oorzaak van de mistanden in de bio-industrie dat ons standaardvoedsel veel te goedkoop is. Daarom moet het wel op fabrieksmatige wijze worden geproduceerd. Volgens schattingen zouden de prijzen van niet- biologisch voedsel zeker met een kwart omhoog moeten om de milieuschade en het dierenleed te beperken en compenseren.

Wellicht kan een lijstje met prioriteiten in het landbouwbeleid ons denken scherpen.

Ik zou zeggen:

  1. Genoeg gezond en betaalbaar eten voor alle mensen
  2. Zo min mogelijk schade voor het milieu
  3. Welzijn dieren verbeteren
  4. Biodiversiteit beschermen
  5. Redelijk inkomen voor boeren

Een goede mix van deze prioriteiten zouden een duurzaam landbouw- en voedselbeleid mogelijk moeten maken, met daarbij natuurlijk ook veel aandacht voor het terugdringen van vleesconsumptie en verspilling van eten.

Dus consument. Trek uw portemonnee of laat dat lapje vlees staan. Nu ja, een rondeel ei mag nog wel van mij. Desnoods met een plakje duurzaam gefokt bacon er bij.

Dirk de Hoog