K1 en regenbogen?

image_pdfimage_print

 

Zaterdag heb ik daadwerkelijk mijn allereerste K1-gevecht gezien en ik vond het stiekem een heel klein beetje leuk, maar ook eng tegelijk en ik weet nu eigenlijk niet wat ik hiervan moet vinden.

Waarom vond ik het nou eigenlijk leuk? Nou, het zag er eenvoudig en lekker primitief uit: mannen en vrouwen als machines, pure spierkracht, geen gelul. Het was zo klaar als een klontje dat we wel degelijk van de neanderthalers afstammen en ik dus ook (!), want ik ging er best in op. Zo van: ‘Jazeker! BAM! Een linkse! BAM! Trap hem dan, jonguh!’ De neanderthaler in mezelf werd wakker en zou best zo’n stoere vechtmachine willen zijn. Ging ik op in het spel, in het moment óf is dit het bewijs dat hoe ontzettend ontwikkeld en beschaafd we dan ook beweren te zijn (behalve op vrijdag-, zaterdag- en oké soms ook dinsdag-, woensdag- en donderdagavond) er toch ergens een oervrouw/man in ons schuilt? Een oervrouw/man die niet oeverloos wil praten over gevoelens en verbeterpunten of verbaal wil ‘sparren’, maar iemand lekker een klap op z’n muiltje wil geven. Gewoon….om een punt eens héél erg duidelijk te maken?

Geweld heeft echter helemaal niks met liefde, vrede en regenbogen te maken waar ik over het algemeen zo van hou. Ik vond het overigens wel schattig om te zien hoe Rico Badr een ‘kopje’ gaf na het gevecht, omdat hij Badr best wel pijn had gedaan en Badr er zo verdroten bijstond. Ik zag een klein regenboogje in de arena. Rico werd dus in het zonnetje gezet en Badr zag sterretjes. De hemellichamen kwamen bijeen in Oberhausen, aangezien Badr ook nog eens volle maan betekent. Ik zag echter in al dit hemelgeweld toch iets heel liefs: een klein gebaar van troost, begrip en medeleven van de ene ruige vechtmachine voor de ander. Dit regenboogje boeide me gelukkig veel meer dan al het tumult dat er aan voorafging. Is mijn guilty pleasure hiermee dan toch een béétje rechtgezet? En tegen de mensen die mijn genoegen toch ietwat zorgelijk vinden, wil ik het laatste zeggen: ik vind echt bijna iedereen hartstikke lief en mijn uppercut is vooralsnog ontzettend waardeloos.

Eveline Jordens